Toegang tot gezondheidszorg in gesloten centra

Mensen zonder wettig verblijf kunnen opgesloten worden in administratieve detentiecentra (ook wel ’gesloten centra’ genoemd). Deze pagina geeft meer informatie over de toegang tot de gezondheidszorg voor mensen die in administratieve detentiecentra verblijven. De tekst baseert zich voornamelijk op het Koninklijk Besluit van 2 augustus 2002 (hierna ’K.B. 2002’) die het functioneren en de werkingsmaatregelingen van administratieve detentie centra regelt.


De werking van de medische dienst

Elk administratief detentiecentrum moet over een medische dienst beschikken die alle werkdagen toegankelijk is tijdens de uren zoals bepaald in het huishoudelijk reglement. Daarnaast moet de medische dienst permanent beschikbaar zijn voor dringende gevallen (art. 52 K.B. 2002).
De medische dienst moet informatie bijhouden over de toegediende medicatie en de voorgeschreven behandeling (art.60 K.B. 2002).

De inhoud van de medische zorgen

Volgens het Koninklijk Besluit van 2 augustus 2002 heeft de persoon recht op ’de verzorging die zijn toestand vereist’ (art.53 K.B. 2002). Merk op dat het K.B. niet verder specifieert welke medische zorgen dit al dan niet betreft.

Wel verwijst het K.B. naar de aanwezigheid van een centrumarts die onafhankelijk functioneert ten aanzien van de centrumdirecteur/directrice. De evaluaties en beslissingen met betrekking tot de gezondheid van de persoon mogen enkel gefundeerd worden op medische criteria (art. 53 K.B. 2002).
De centrumarts moet, in samenspraak met de persoon, voor een gepaste behandeling zorgen in overeenstemming met zijn/haar deontologie en de wettelijke bepalingen.

De bewoner kan in principe een behandeling weigeren, tenzij het ziektes betreft die beschouwd worden als een gevaar voor de volksgezondheid (zie artikelsgewijze bespreking Verslag aan de Koning - art. 10-17).

De federale Ombudsman gaf in 2008 de opdracht tot het schrijven van een onderzoeksrapport over de gesloten centra met een gedetailleerd Evaluatierapport over de medische zorgverlening in gesloten centra. Het rapport bevat vaststellingen, bedenkingen en suggesties rond de medische zorgverlening in vijf administratieve detentiecentra in België.

Toegang tot een externe arts


Op initiatief van het administratief detentiecentrum

De centrumarts kan beslissen om de persoon over te laten brengen voor een opname of consultatie naar een algemeen ziekenhuis of een gespecialiseerd medisch centrum wanneer de medische toestand dit vereist. Dit kan het geval zijn wanneer de persoon lijdt aan een aandoening die niet behoorlijk door de medische dienst van het administratief detentiecentrum kan behandeld worden. Dit kan bijvoorbeeld een consultatie of een opname zijn in een psychiatrisch verzorgingstehuis of een revalidatiecentrum. Of in het ziekenhuis ingeval van een bevalling of bij stervensgevaar (art.55 K.B. 2002).
Het is de taak van de centrumdirecteur/directrice om te verzekeren dat de behandeling, voorgeschreven door deze externe medische diensten, gevolgd wordt (art.57 K.B. 2002).

De centrumdirecteur/directrice zorgt in samenspraak met de directie van het ziekenhuis voor de eventuele bewaking van de overgebrachte persoon (art.56 K.B. 2002).


Op initiatief van de persoon

Een persoon die zich in een administratief detentiecentrum bevindt, mag een beroep doen op een externe arts naar keuze. Deze externe arts dient zich dan naar het administratief detentie centrum te begeven voor de consultatie en vooraf toelating vragen aan de centrumdirecteur voor de consultatie in het detentiecentrum. De centrumdirecteur/directrice kan dit enkel om de volgende drie redenen weigeren : geen rechtmatig belang, gevaar voor openbare orde of gevaar voor morele of fysieke integriteit van de persoon (art. 37 K.B. 2002). Bij weigering van de centrumdirecteur/directrice om de arts toe te laten, kan de persoon een klacht neerleggen (zie verder ’Indienen van een klacht’).

(!) Merk op dat de kosten die verbonden zijn aan het bezoek van de externe arts (bv. de verplaatsingskosten en de consultatie) ten laste zijn van de persoon, evenals de kosten van de voorgeschreven medicatie en behandeling (art. 53 K.B. 2002). In de praktijk houdt dit in dat een medische consultatie door een externe arts financieel moeilijk te organiseren is. Om hieraan tegemoet te komen zijn de vzw Move (zie ’Nuttige contacten’ onderaan) en Médecins sans frontières bezig met de ontwikkeling van een project om een groep van artsen tot stand te brengen die personen willen bezoeken in de administratieve detentiecentra.

Goed om weten :

  • Deze externe arts moet toegang krijgen tot het medisch dossier van de persoon dat bijgehouden wordt door de medische dienst van het centrum (art. 60 K.B. 2002).
  • Deze arts op zijn beurt moet de behandeling meedelen aan de arts die aan het centrum verbonden is voor de opvolging van de behandeling. Indien de gekozen arts en de arts verbonden aan het centrum het niet eens zijn over de behandeling, wordt de betwisting voor beslissing voorgelegd aan een derde arts, aangeduid door de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken (art. 53 K.B. 2002).

De vzw JRS heeft op zijn website een rubriek toegevoegd voor artsen die personen in administratieve detentiecentra willen bezoeken met de contactgegevens van de centrumartsen van de 5 administratieve detentiecentra. JRS specifieert ook dat ze (via geaccrediteerde bezoekers) haar medewerking verleent aan externe artsen die worden gecontacteerd door een opgesloten patiënt.

Indienen van een klacht


Gesprek met de centrumdirecteur

Als de persoon geen of een negatieve beslissing krijgt om bepaalde medische zorgen te verkrijgen, heeft hij/zij het recht om de centrumdirecteur/directrice te spreken over deze kwestie. De betrokkene dient hiervoor een afspraak te maken via de sociale dienst (art.129 K.B.2002).


Klachtenprocedures

We stellen hieronder de twee klachtenprocedures voor : deze via de Klachtencommissie en de procedure via de centrumdirecteur.

(!) Merk op dat deze procedures worden bekritiseerd. Myria (zie ’Nuttige contacten’) stelt : "Het klachtensysteem dat momenteel van kracht is in de gesloten centra moet herzien worden. Een aangepast systeem zou voldoende garanties moeten bieden inzake de procedure, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, toegankelijkheid (zonder langs de directie van het centrum te moeten passeren) en transparantie." (Myria -aanbevelingen aan gesloten centra (2020))

Bij de Klachtencommissie

Het Koninklijk Besluit van 2 augustus 2022 voorziet een procedure voor een Klachtencommissie die opgericht door het Ministerieel Besluit van 23 januari 2009.

In het kort :

  • De Klachtencommissie bestaat uit een magistraat, een advocaat en een afgevaardigde van de FOD Binnenlandse Zaken die voor vijf jaar benoemd worden.
  • De klacht dient ingediend te worden via een brief in de moedertaal of een landstaal.
  • De klacht dient ingediend te worden binnen de 5 dagen na de feiten waartegen de klacht wordt ingediend. (art. 6, 2 M.B. 23 januari 2009)
  • Er werd nergens een termijn bepaald waarbinnen de Klachtencommissie moet reageren.

In eerste instantie zal het secretariaat nagaan of de klacht ontvankelijk is (bv. verblijft de persoon nog in het centrum). Nadat de klacht ontvankelijk is verklaard, zal de Klachtencommissie deze ten gronde analyseren.
Ingeval de klacht gegrond wordt verklaard, kan de Klachtencommissie bijvoorbeeld een aanbeveling richten naar de centrumdirecteur of de beslissing geheel of gedeeltelijk annuleren. Het is niet aan de Klachtencommissie om de persoon bijvoorbeeld een schadevergoeding of een herstel in natura toe te kennen. (Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding - Rapport Klachtencommissie (2008), p.10)

Bij de centrumdirecteur

Het K.B. van 2002 voorziet een tweede soort klachtenprocedure, namelijk rechtstreeks een klacht indienen bij de centrumdirecteur/directrice (art. 129 K.B. 2002).

In het kort :

  • De klacht moet bij de centrumdirecteur/directrice via een brief worden ingediend in één van de landstalen, in het Engels (niet mogelijk bij de Klachtencommissie) of de taal van het land van oorsprong van de persoon.
  • De klacht dient ingediend te worden binnen de 24 uur na de feiten waartegen de klacht wordt ingediend.
  • De centrumdirecteur antwoordt binnen de 10 werkdagen.

Nuttige contacten

  • De MOVE coalitie :
    Dit een gezamenlijk initiatief van Caritas International, CIRÉ, Jesuit Refugee Service Belgium en Vluchtelingenwerk Vlaanderen.
    MOVE ondersteunt personen in administratieve detentiecentra door wekelijkse bezoeken door geaccrediteerde bezoekers (= bezoekers die met akkoord van de DVZ de centra bezoeken). Deze bezoekers luisteren naar de noden van de personen en verlenen sociaaljuridische informatie. De beleidsmedewerkers van de Move-coalitie formuleren op hun beurt beleidsaanbevelingen i.v.m. deze thematiek.
  • Myria (Federaal migratie centrum) waakt over de grondrechten van vreemdelingen die worden vastgehouden in een detentiecentrum of in een procedure van verwijdering of terugkeer zitten. In context van deze opdracht heeft Myria een bezoekrecht in de gesloten centra. Myria wordt ook op de hoogte gehouden van de klachten ingediend bij de Klachtencommissie. Myria publiceert regelmatig cijfers over administratieve detentie en formuleert hierover aanbevelingen op hun website.

13 juin 2023